Skip to main content

Hedendaagse hekserij

Hedendaagse hekserij
De evolutie van een natuurreligie

In de nacht van 20 op 21 december zal een groepje mannen en vrouwen in een schimmige grot in de Ardennen hun Yule, het Midwinterfeest, vieren. Bij het flakkerende licht van de kaarsen zullen ze dansen en zingen, hun rituelen uitvoeren in de magische cirkel en de God en de Godin aanroepen. Zo gebeurde het honderden jaren geleden, en zo gebeurt het binnenkort weer. De heksen zijn terug. Nadat in 1951 in Engeland de Act of Witchcraft werd afgeschaft, nam de heksen- of Wiccabeweging een grote vlucht onder de bezielende leiding van Alex Sanders en Gerald Gardner. En nog steeds, ook in Nederland, groeit het aantal heksen.

Een uitvloeisel van de New Age-beweging? De heksen zelf ontkennen dat. Zij zijn niet 'nieuw', zij grijpen terug op de voorchristelijke vruchtbaarheidsreligies. Maar toch baseren zij zich vooral op de 'machten van de Makrokosmos' en de 'kracht van het Positief Denken'. Door hun 'ik-gerichtheid' hebben de heksen een modern jasje aangetrokken. „Je eigen autoriteit is het belangrijkste", zegt Elsy Kloeg, Hogepriesteres van De Alexandrians, „dat is het grote verschil met het Christendom. Iemand anders kan jou niet zeggen hoe je moet denken. Je bent helemaal voor jezelf verantwoordelijk, er is geen duivel om de schuld aan te geven. Dat maakt het leven als heks er niet makkelijker op, maar je krijgt er wel ontzettend veel voor terug. Je wordt veel zelfbewuster."

De moderne hekserij is in eerste instantie een religie, een natuurreligie. De belangrijkste activiteiten zijn dan ook afgestemd op de natuur en het verloop van de seizoenen: de vier landbouwfeesten (Candlemas, Beltane, Lammas en Halloween) en de vier zonnefeesten (Midwinter, het Lentefeest, Midzomer en het Herfstfeest). Daar worden de verschillende goden aanbeden, de rituelen uitgevoerd. Maar wat de heksen precies doen, wil Elsy Kloeg niet kwijt: „Je kunt het wel vertellen, de technieken uitleggen, maar niet het gevoel. Het is de beleving die het hem doet."

Dat geldt ook voor de inwijding die nodig is om jezelf heks of Wicca te kunnen noemen. Aan de inwijding gaat een lange opleiding in de mysteriën vooraf, vaak zelfs enkele jaren. Want, zeggen de heksen, het is geen zondagsgeloof, je bent er elk moment mee bezig. Als de kandidaat denkt dat hij (of zij) rijp genoeg is, genoeg weet van de energie van de planeten, van magie, van rituelen, kan hij de coven (een groep van heksen) om inwijding vragen.

Een tip van de sluier wil Elsy Kloeg wel oplichten: „De 'initiate' is niets verteld over de inwijding. We hebben twee wachtwoorden, 'perfect love' en 'perfect trust'. De kandidaat moet ons volledig vertrouwen. Hij staat geblinddoekt in het noordoosten, gebonden aan pols, knieën en voeten. Hij is naakt, want hij moet helemaal 'open' zijn. Het is een soort geboorte: je laat je oude leven achter je en je begint een nieuw leven als heks. Dan wordt de cirkel gereinigd met water, waarbij de kandidaat soms een plens over zich heen krijgt om het schrikeffect te vergroten. Doordat hij is voorgesteld naar alle windstreken is hij alle gevoel voor richting kwijt. Dan komt iedereen om hem heen staan en duwt hem heen en weer. Dat is een vertrouwenskwestie, je moet je helemaal kunnen overgeven."

Een andere heks, met de schuilnaam Merlin („Om de mensen van Privé buiten de deur te houden") wijst erop dat dit nog maar een gedeeltelijke inwijding is. Waar het echt om gaat is de 'astrale inwijding', het moment dat het uiteindelijke inzicht' doorbreekt en het contact met de geestelijke wereld ontstaat. Degene die deze rijpheid heeft bereikt en „open is voor de onzichtbare invloeden en krachten" mag als priester(es) volop meedoen aan de maanfeesten, de werkbijeenkomsten bij volle maan. Daar wordt in de rituele cirkel, symbool voor de wereld tussen de materiële en de kosmische wereld, de magie bedreven.

Officieel zijn de Wicca's alleen met witte, positieve magie bezig. Want de stelregel luidt dat alles wat je uitzendt met drievoudige kracht ook weer bij je terugkomt. Maar, zegt Elsy Kloeg, „wij zijn niet alleen witwerkers. Soms moet je wel eens iets doen om erger te voorkomen. Bij voorbeeld een man die telkens met een vaart van honderd door de woonwijk rijdt. Ik zal hem geen verstuikte enkel toewensen maar ik zal wel iets doen waar door hij absoluut stopt." 'Kaarsmagie' acht ze in dit geval minder geschikt. 'Koordmagie zou wel kunnen, en dan het liefst op de dag na volle maan, als de energie van het afnemen het sterkst is. „Terwijl je de knoop in het koord legt - dat is de energie die je als het ware vastbindt - moet je heel goed voor ogen het ben wat je wil. Daarbij roep je de vier elementen aan: 'I call upon earth to bond my spell, and speed its struggle well. Fire give it the spirit from above. Water - quench my spell with love'. Als de energie op zijn hoogst is, laat je het koord vallen. Dat is de materialisatie van hoe het op aarde gebeurt."

Maar, wat even belangrijk is, zou ook gewoon naar de man toe gaan. En dan vraagt de scepticus zich af wat meer geholpen heeft, de bezwering of het bezoek? Dient de magie niet om jezelf te overtuigen van wat je wilt bereiken? Merlin ontkent dat: „Het is een ervaringsfeit. Als ik twintig keer iets doe en achttien keer gebeurt wat ik gedacht heb, dan is het dus het resultaat van magisch werk. Door magie kun je juist dat beetje 'toeval' scheppen dat nodig is."

De hedendaagse heksen zijn niet de heksen die Roald Dahl beschrijft: de kale vrouwtjes met wratten op hun neus, die toverdrankjes bereiden van gebakken muizenstaarten, de klauw van een krabbeknijper, de snavel van een lubbersnaak, de snuit van een grobbelkwark en de tong van een kattespringer. Het zijn gewone mensen, mannen en vrouwen, die zich verdiepen in de tarot, de kabbala en de mysterieuze krachten van de natuur. En vooral de natuur is belangrijk. Elsy Kloeg: „Als we de goden van de aarde, het water en de bomen nog daarin zouden zien, dan zouden we ook met respect daarmee omgaan. Er is geen enkel respect meer en daarom zitten we nu in de verdommenis."

De term 'heksen' wekt associaties op die volgens de beoefenaars niet passen bij deze vrijblijvende natuurreligie zonder veel dogma's. Merlin heeft een modernistisch alternatief voor het beladen begrip: „Noem het maar eco-spiritualiteit."

[Eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad, december 1989]